vrijdag 17 maart 2023

30.000 kilometer en 83 hotels onderweg

Een kleine 45 jaar geleden zette ik de tijd acht uur terug toen ik van Luxemburg via Reykjavik naar Mexico-Stad reisde voor een reis die uiteindelijk jaren zou duren. Het werd een wonderbaarlijke ommegang rond zin en onzin van het leven. Het bracht mij naar staatsgrepen en hallucinaties, naar kerken en zending, naar buitenvrouwen en 10.000 jaar oude speerpunten, naar corruptie en gevangenissen, naar indianen en verre culturen, naar bergtoppen en naar rivieren die honderden keren breder zijn dan de Regge. Het bracht mij naar leven en dood. Ik was voortdurend onderweg.

    Onderweg betekende in dit geval een reis van ruim 30.000 kilometer. Ik logeerde in 83 verschillende hotels zonder minimale ster en verbleven voor korte of wat langere tijd in negentien verschillende huizen, variërend van luxe villa’s aan goddelijke meren tot kelderruimtes waar spinnen en kakkerlakken het verblijf tot een hel maakten. Ik noteerde onderweg 65 busritten die langer dan een uur duurden, sommige zelfs 36 en 48 uur. Plus nog eens vijftien boottochten en twaalf vliegreizen. Twee staatsgrepen maakte ik mee, eerst een operette-achtige overname van de macht in Suriname, nadien een klassieke staatsgreep - de 89ste - in Bolivia. Ik zag onderweg slangen, krokodillen, vogelspinnen, kolibries, giftige kikkers, zoetwaterdolfijnen, brulapen en groengele papegaaien. Ik ruilde boerenkool in voor tortilla’s en salteña’s. En voortdurend vertoefde ik dichtbij de Styx, de klassieke rivier die afscheiding tussen deze en de andere kant van het leven symboliseert. 

Kwam ik onderweg banaliteiten tegen, waarover de Franse antropoloog Lévi-Strauss ooit schreef, die zich op wonderbaarlijke wijze als onthullingen openbaarden? Wat ik tegenkwam waren werkelijkheden die ik nog niet eerder had ondergaan. Ineens moest ik me afvragen wat werkelijkheid en wat verbeelding was. 'De realiteit is vaak extravaganter dan het denkbeeldige' zou de Chileense schrijfster Isabel Allende mij veel later eens zeggen toen ik haar tussen twee romans interviewde. ‘Latijns-Amerika’, zo zei ze, ‘is een continent waar tenslotte de vreemdste dingen kunnen gebeuren, waar een orkaanwind plotseling kan veranderen in een natuurramp waarin grote piano's, zwangere koeien en bomen vol apen en papegaaien worden opgetild.’ 

    Ik ontdekte onderweg een leven dat ik nog niet kende. Andere culturen, vreemde religieuze rituelen, afwijkende tradities, andere realiteiten. Daarover moet ik maar eens een boek gaan schrijven. 

donderdag 9 maart 2023

Merkwaardigheden na de dood van Harry de Winter

Dat Harry de Winter uit de tijd is gestapt, zal menigeen niet zijn ontgaan. Nog maar amper was zijn overlijdensbericht rond gegaan of er verschenen op de websites en aansluitend in enkele kranten necrologieën, opnieuw geplaatste interviews en saillante uitspraken van de tv-producer. Duidelijke zaak: Harry had onmiskenbaar een diep spoor nagelaten in het Hilversumse wereldje van radio en tv.

Daags na zijn overlijden zocht ik vergeefs in mijn voormalige krant Tubantia naar een verhaal over Harry. Niet één letter. Snel even de websites van andere kranten geraadpleegd. Maar ook daar was hij al ingehaald door verser nieuws. Zodra je iets over het leven van Harry wilde lezen, moest je de zoekmachine gebruiken. Niets is vergankelijker dan het leven. Merkwaardig.



Veel merkwaardiger is dat in die verhalen, voor zover ik heb kunnen achterhalen, nergens een nadruk is gelegd op de muzikale ‘roots’ van Harry. Okay, in het verhaal in de Volkskrant konden we lezen hoe de aankoop van de single I want to hold your hand van The Beatles een kantelmoment had betekend in het leven van Harry de Winter, die toen nog in Oss woonde.

Maar nergens heb ik kunnen lezen hoe Harry begin jaren zeventig begon als reizende deejay voor muziekkrant Oor. Zo nodigde ik hem destijds uit voor deelname aan een popfestival in het Volkspark in Enschede. Dat was het begin van een korte vriendschap die mij menig keer leidde naar zijn Amsterdamse pijpelaar waar duizenden grammofoonplaten keurig gerangschikt in kasten stonden. Muziek beheerste toen zijn leven. Het was de gouden draad die hem naar de regie van het concert van Tina Turner leidde waarmee hij zijn naam vestigde in de wereld ven beeld en geluid. 

Omdat hij in die beginjaren een nachtprogramma had gekregen bij de NCRV heb ik hem eens geïnterviewd in de kantine van de christelijke radio-omroep in Hilversum. Tijdens dat interview liet Harry zich een keer gaan met een krachtterm die ik enigszins omfloerst weergaf in mijn verhaal.  Korte tijd later liet Harry mij weten dat hij op het matje was geroepen bij de directie van de NCRV. Een goddeloze krachtterm in de kantine van die omroep? Dat leverde hem een gele kaart op. Nu moet ik aannemen dat daarmee de basis werd gelegd voor de breuk tussen hem en de NCRV die kort daarna volgde. Merkwaardig, zelfs voor die tijd waarin het speelde.

Vele jaren later las ik in het Financieele Dagblad, waarvoor ik toen als correspondent in Madrid werkte, een interview met hem. Goh, dacht ik, ’t zou leuk zijn om hem nog eens te spreken. Via zijn secretaresse spraken we af in een restaurant op het Rembrandtplein in Amsterdam. We dronken een paar tonicjes en ik overhandigde hem een cassettebandje met het door mij zorgvuldig bewaarde interview dat hij jaren daarvoor had gemaakt met Emmylou Harris die dankzij mijn bemiddeling toen ook een concert had gegeven in de schouwburg in Enschede. Enigszins meewarig keek hij me aan. ‘Ik ben zo rijk dat ik niet meer weet wat ik met mijn geld moet doen’, zei hij met een diepe zucht terwijl hij het door mij al grijs gedraaide cassettebandje opborg in zijn legertas. Veel tijd had hij niet. Toen hij wegsjokte, mocht ik de consumpties betalen. Ook merkwaardig.







woensdag 8 maart 2023

De onbetamelijken

Laat ik het eens hebben over Baltasar Gracián. Die naam hoorde je tot voor kort nooit in het Hof van Twente, zelfs niet in beschaafde kringen. Totdat uitgever/schrijver Paul Abels het woord nam tijdens de recente zitting van Politiek in De Pol met Sigrid Kaag. En dat leidde tot enige ophef. Zelfs van vrienden in Madrid kreeg ik de vraag wat er in allemaal aan de hand was in Diepenheim.


Nou, daar was best wel iets aan de hand. Buiten stond een handjevol  fakkeldemonstranten en ook nog een enkele heksenspecialist van de Boze Boeren Beweging. Zij wilden  de minister van financiën een warm welkom bezorgen. (zie foto). Binnen zaten de in politiek geïnteresseerde burgers die met respect en aandacht luisterden naar het betoog van Kaag.

Maar eerst introduceerde Abels in zijn immer amusante column het gedachtegoed van Baltasar Gracián, een Spaanse jezuïet die zich in de zeventiende eeuw onsterfelijk heeft weten te maken met de publicatie van zijn Handorakel en kunst van de voorzichtigheid. Noem het maar een machiavellistisch handvest ter bestrijding van intimidatie en polarisatie. Een soort A. Vogelboek voor wappies. 

In totaal heeft Gracián 300 aanbevelingen op papier gezet. Zo staat in raadgeving 284 een welgemeend advies voor fakkeldragers: ‘Dring u niet op, dan wordt u niet afgewezen. Ga nooit als men u niet heeft geroepen of gestuurd’. 

In nummer 168 roept hij de lezer op om vooral geen monster te worden van dwaasheid. ‘Daartoe behoren’, aldus Gracián, ‘ijdeltuiten, kwasten, stijfkoppen, najagers van grillen, berijders van stokpaardjes, zonderlingen, hansworsten, clowns en aanbidders van nieuwigheden’. Caroline van der Plas voegde daar de ‘nitwits’ aan toe. Daarmee bedoelde zij uiteraard de toortskruiers. Gracián heeft het verder over ’verkondigers van paradoxen, fanatici en andere vertegenwoordigers van buitensporigheden’. Zij allen, zo stelt hij, ‘zijn monsters van onbetamelijkheid’.

Inmiddels kennen we de boeren van de tractoren A-formule die zich soms manifesteren onder de geuzennaam Strijders Twente. De Tubanten van het platteland zullen we maar zeggen. Maar als hij anno nu zou hebben geleefd, zou Gracián aan zijn uitverkoren groep van onbetamelijke lieden ook de flambouwdwepers en feeksdeskundologen hebben toegevoegd als ze een erehaag vormen in de politiek?

Wat vindt u?


Een reis van duizend mijl begint met een enkele stap

Een door roest en één kogelgat aangetast verkeersbord op een kaarsrechte weg in Centraal-Anatolië geeft aan dat er nog twee kilometer te gaan zijn om Aslantaş te kunnen bereiken. ‘


Tussen Eskişehir en Afyon bevinden zich zeer bijzondere cultusplaatsen uit de Phrygische tijd. Een auto is zonder meer nodig om dit gebied te bezichti - gen. Liften is niet aan te bevelen want er is nauwelijks verkeer.


Zo staat het in de reisgids. Wat volgt, is een een onverharde, stoffige weg. Geen hond te zien. Alleen uitgedroogde aarde. Niemandsland.

Dat is het moment waarop de woorden van de Chinese wijsgeer Lao Tse hun ware betekenis krijgen: ‘Een reis van duizend mijl begint met een enkele stap.’ Door een eerste stap te zetten zou de zandweg moeten leiden naar een markant monument uit de Phrygische tijd en de plek waar de moedergodin Cybele werd aanbeden.

‘Cybele…?,’ roept reisgezellin Lotje de Lussanet verrast, denkend aan de fontein in Madrid waarin de ‘Romeinse’ godin in haar door leeuwen voortgetrokken wagen zit. ‘Dat is toch geen godin die in Turkije thuis hoort? En nog wel een moedergodin?’ 


Een kleine twee kilometer verder verandert de verbazing al snel in verwondering. Vanuit de auto is plotseling een steil uit het droge landschap oprijzende rots zichtbaar. Wat is dit? Een fallisch symbool van fertiliteit? ‘Aslankaya,’ zegt de gids. Onder in de rots bevindt zich een nis met binnenin, nog vaag zichtbaar, de versleten reliëfs van twee leeuwen, bekroond met een uit de rotswand gehakt timpaan. Miraculeus. De tocht gaat verder en…amper een paar honderd meter verder ligt in een bocht de kop van een uit steen gebeeldhouwde leeuw. Alsof hij door een aardbeving naar beneden is getuimeld en bedolven is onder andere rotsblokken. Hoezo niemandsland? Want dan, nog een bocht verder, doemt een enorme rotswand op, het resultaat van beitels en fantasie. Hoog in de rots bewaken twee metershoge leeuwen een in de wand uitgehouwen tombe. Verbluffend. Hier, op deze plek, moet het zijn gebeurd. Hier moet de godin Cybele zijn vereerd.